In de onvrijheid vind ik mezelf terug. Dat wat er al was. Dat wat ik in de haast voorbij was geraast. Nu het denderen ophoudt. De rat ophoudt met rennen en naar de hamster zwaait. He jij ook hier? Nu voel ik mezelf. Mijn ja en mijn nee. Nu kan ik creëren van binnenuit. Met zachte knieën. Met scheppende handen. Zijn in het doen.
Mijn werkelijke verlangen trillend in mijn buik. Ik herontdek mezelf als een cadeautje. Een avontuur en ontdekkingsreis in mezelf. Ik zie dat wat ik nog niet gezien heb. Het plopt omhoog als belletjes in mijn bewustzijn. Soms tolt mijn hoofd. De spanning draait de veren strak in mijn schouders. En de verwarring is voelbaar tot in de punten van mijn haar.
Tegelijkertijd dansen mijn voeten. Ze dansen tussen de paardenbloemen. De paardenbloemen die fluisteren. Ja, daar is het vuur. Het vuur van creatie. Van een zachte kracht die naar de fluisteringen van je ziel luistert. Die ruimte maakt om te scheppen. Om handenvol lucht je longen in te blazen. Mijn armen wijd open. De wind streelt mijn vingertoppen. De condor en de adelaar zweven op de thermiek. Tranen stromen, ik ben er. Ik leef.
Mijn witte jurk wappert tegen mijn enkels. Daar aan de rand van de klif. Zo vrij spel heeft de wind nog nooit op mij gehad. En zo verankerd heb ik me nog nooit gevoeld. Veren die mijn handen aanraken. En ik ga. Ik vlieg. Ik vlieg over de aarde. Ik kijk deze creatie aan en ontvang haar als de mijne. Ik vlieg in de aarde door lichtsteden heen. Door universa met planeten en gezichten die ik ken. Door sterrenstelsels heen land ik in mezelf. In mijn lichaam. In het gras. De gele en blauwe kanariepiet zingen het licht alle kanten op. Ik roep de buurvrouw. Ze hebben het deurtje van hun kooi gevonden.
Waterceremonie, een gedicht voor het water
Zou het de lente zijn?
Een brokje berg op tafel
Je roze bloesem roept me
Uit de winterslaap, spelen in de lente
Belichaamde marketing, the way out is in.